Achtergrond

Onderwijs als gelijkmaker

Het onderwijs in Nederland kent een grote verscheidenheid (zie figuur 1) aan onderwijssoorten en onderwijssectoren in tegenstelling tot andere landen in Europa. In het verleden bepaalde je afkomst of je ging studeren en daarom zijn er allerlei ingrepen doorgevoerd om de doorstroom te bevorderen. Hiervan wordt de Mammoetwet uit 1968 als het meest succesvol gezien. Er ontstond een opwaartse stroom en steeds meer mensen konden klimmen op de sociale en economische ladder. De vorming van het vmbo in 1999 heeft de mogelijkheid om door te stromen van een lager niveau naar een hoger niveau verkleind (Elffers, 2022).

Figuur 1: Het gedifferentieerde Nederlandse onderwijsstelsel (Onderwijsraad, 2019).

Het onderwijs zou bij uitstek de grote kansengelijkmaker kunnen en moeten zijn, maar dat is volgens Elffers (2022) niet het geval. In landen om ons heen wordt vaak vanaf vijftienjarig leeftijd gedetermineerd, in Nederland gebeurt dit al op twaalfjarige leeftijd. Hierbij worden ze steeds vaker in een categorale brugklas geplaatst (zie figuur 2) en ze kunnen in het huidige systeem maar moeizaam hogerop switchen. Zij pleit voor het invoeren van een brede school waarbij kinderen niet geselecteerd worden op niveau, tot de leeftijd van ongeveer vijftien. Binnen de school krijgen zij passend onderwijs aangeboden op allerlei niveaus en in verschillende vormen, zodat leerlingen kunnen experimenteren en uitproberen.

Figuur 2: Verdeling van leerlingen in de brugklas in het vo (Onderwijsraad, 2019).

Naast lagere kansen op de sociale en economische ladder zorgt een gedifferentieerd stelsel er ook voor dat verschillende groepen jongeren elkaar niet meer als vanzelfsprekend treffen. Dit zorgt voor ongewenste gevolgen en kan polarisatie in de hand werken (Onderwijsraad, 2019).

Brede brugklas

De onderwijsraad (2022) pleit voor een driejarig brugklasperiode waarin leerlingen gedifferentieerd lessen kunnen volgen op basis van hun prestatie, beheersingsniveau, leervoorkeur, interesse, motivatie en tempo. Zo wordt de opwaartse doorstroom gestimuleerd en de kansengelijkheid bevorderd.

Op Trias vmbo gebeurt dit nog niet. Leerlingen komen in het eerste leerjaar in een basisberoepsgerichte klas, kaderberoepsgerichte klas, theoretische klas of havo-kansklas terecht. Om de kansen en doorstroommogelijkheden van leerlingen te vergroten is er door de gemeente en het overkoepelende schoolbestuur OVO Zaanstad, in samenwerking met de organisatie, een plan gemaakt om de definitieve determinatie uit te stellen en te gaan werken met dakplan-klassen (basis-/kaderberoeps, kaderberoeps/theoretische leerweg en theoretisch leerweg/havo-kansklas). Vanuit daar zal onderzocht worden of het mogelijk is om de gehele organisatie te laten starten met een brede brugklas of brede onderbouw in leerjaar een (en twee).

Op Trias vmbo kunnen leerlingen in de bovenbouw wel gedifferentieerde leerroutes volgen. Ze kunnen  in de theoretische leerweg een praktijkgericht vak volgen (vakmavo) en hier eindexamen in doen. Leerlingen in de beroepsgerichte leerweg kunnen algemeen vormende vakken op een hoger niveau volgen.